Personage:
Leon Vos werkt nog steeds ondergronds als champignonkweker. Hij ontsnapte aan de dood toen de mergelgrotgroeve Roosburg in Zichen-Zussen-Bolder instortte.
Roosburgramp
Op 23 december 1958 verloren achttien mensen het leven bij de instorting van de mergelgrotgroeve Roosburg in Zichen-Zussen-Bolder. Elf volwassen mannen en zeven jonge mensen verloren er het leven. In het donkere gangenstelstel onder de berg waren honderd mensen aan het werk in de ondergrondse champignonkwekerijen. De kwekerijen stonden in voor meer dan tachtig procent van de Belgische champignonproductie en was een van de belangrijkste kwekerijen in West-Europa.
Iets na negen uur stortte de mergelgroeve van maar liefst vier hectare groot met een oorverdovend lawaai in. Luchtpijpen en schachten werden verbrijzeld en de instorting bracht een enorme luchtverplaatsing met zich mee. In minder dan een minuut tijd waren de grotten gereduceerd tot verpulverde klei- en kalkbrokken. Als bij wonder kropen talloze arbeiders even later schreeuwend, huilend, bloedend en helemaal onder de compost vanuit de brok- stukken uit wat nog restte van de luchtkokers. Achttien arbeiders kwamen niet meer tevoorschijn en werden door de buitengewoon krachtige luchtdruk doodgeslagen tegen de mergelwanden of bedolven onder de enorme massa mergel en zand. Redders kwamen snel ter plaatse en vonden de eerste dagen al zeven slachtoffers. Zonder resultaat gingen ze nog iets meer dan twee maanden verder. Elf arbeiders zijn nooit teruggevonden onder het puin van Roosburg, wat nu het massagraf genoemd wordt. De sfeervolle kerststemming sloeg om in Zichen-Zussen-Bolder en de omliggende dorpen. Vrouwen en kinderen snelden naar ziekenhuizen in de buurt in de hoop er hun man, dochter of zoon nog levend terug te zien. Zuidoost-Limburg was in diepe rouw gehuld om het verlies van de achttien overledenen.
Zes jaar voordien had er in de groeve van Zussen al een kleinere instorting plaatsgevonden. Merkwaardig genoeg leidde dit gebeuren niet tot voorzorgsmaatregelen en een sociale wetgeving die de veiligheid van de werknemers meer had gegarandeerd. Na de Roosburgramp was het te laat: het gangenstelsel was onbruikbaar geworden voor verdere champignonteelt. Naast het verlies van achttien mensenlevens kreeg de regio bijgevolg ook te maken met een groot aantal werklozen.