Personage:
Jan Van Ginderachter werkt in de veevoedersector. Hij ontdekte dioxine in dierenvoeding en luidde de alarmbel. Dat leidde tot een politieke crisis net voor de verkiezingen van 1999.
De dioxinecrisis
In januari 1999 kreeg de Vlaamse vetsmelterij Verkest een levering van met PCB verontreinigde vetten binnen van het Waalse vetverwerkingsbedrijf Fogra. Polychloorbifenyl (PCB) is een kankerverwekkende afvalstof die dibenzodioxines en dibenzofuranen of kortweg dioxines bevat. Verkest, op de hoogte van deze vervuiling, vermengde dit zwaar vervuilde vet deels met andere vetten om de concentratie aan giftige stoffen te verlagen en het goedje toch te kunnen verkopen.
Het giftige vet werd bij een tiental veevoederfabrikanten geleverd en kwam zo terecht bij meer dan tweeduizendhonderd dierenkwekers. Eind januari van dat jaar stelde een West-Vlaams veevoederbedrijf uit Roeselare een onverklaarbare sterfte vast onder hun pluimvee en dat van hun klanten. Hun nutritionist en veevoederdeskundige zette zijn tanden in de zaak. Hij onderzocht alles tot op het bot, en stuurde talloze stalen van mogelijk besmette grondstoffen naar laboratoria voor analyse. Lange tijd werkte hij zonder enig resultaat. Tot hij in april het spoor naar de dioxines vond en een Nederlands lab zijn vermoeden bevestigde na analyses van het veevoeder. Etienne Cobbaert van de dienst Grondstoffeninspectie van het ministerie van Landbouw werd diezelfde dag op de hoogte gesteld van het vreselijke nieuws. Ook het ministerie van Volksgezondheid werd dadelijk ingelicht. Eind april volgde de definitieve bevestiging van het Nederlandse lab: in onze voeding bevonden zich gigantische hoeveelheden dioxine. Concreet: de bovengrens van dioxines werd door de Wereldgezondheidsorganisatie vastgelegd op zeventig tot tweehonderdtachtig picogram per persoon per dag. Eén besmet eitje bevatte in die tijd van besmetting maar liefst duizendtweehonderd tot vijfduizendvierhonderd picogram dioxines, zowat achtentwintig keer meer dan de toegelaten hoeveelheid.
Luttele weken voor de federale verkiezingen probeerde de overheid de feiten nog even stil te houden voor er meer duidelijkheid was, de volksgezondheid ten spijt. Het dioxineschandaal werd nog even uitgesteld. Wanneer de overheid uiteindelijk met het nieuws voor de dag zou komen, zullen we nooit weten. De VRT was hen voor toen ze op 27 mei 1999 de dioxinecrisis in volle verkiezingsperiode aan het licht bracht. Het land stond in rep en roer, de poppen gingen aan het dansen. Honderden pluimvee-, varkens- en runderbedrijven werden van de ene dag op de andere ‘geblokkeerd’: hun dieren mochten de boerderij niet verlaten. De productie van vleeswaren, koekjes en pralines werd stilgelegd. Europa kwam tussen en maakte een iets te ruime inschatting van de besmettingsperiode waardoor bijna zeventienduizend bedrijven tijdelijk op non-actief gezet werden. Pas nadat er voldoende negatieve tests van de labs terugkwamen, mochten ze weer aan de slag. Verschrikkelijke nieuwsbeelden van gigantische hoeveelheden vernietigde kippen en varkens staan op ons netvlies gebrand. En wie herinnert zich niet de lege rekken in de supermarkten als symbool van de dioxinecrisis?
Het Belgische voedselveiligheidsapparaat had gefaald, de verantwoordelijke politici kregen ervan langs toen de bevolking te weten kwam dat de bevoegde ministers al een maand op de hoogte waren van het probleem. De koppen van de toenmalige minister van Landbouw Karel Pinxten (CVP) en de toenmalige minister van Volksgezondheid Marcel Colla (SP) rolden. De CVP leed een zware verkiezingsnederlaag tijdens die federale verkiezingen en maakte voor het eerst in veertig jaar zelfs geen deel meer uit van de regering. Bij de eetwareninspectie bleef iedereen vreemd genoeg netjes op post. De crisis kostte België naar schatting 1,5 miljard euro. Het proces tegen de schuldige bedrijven sleepte jaren aan. De zaakvoerders van Fogra en Verkest werden jaren later tot twee jaar gevangenisstraf veroordeeld, waarvan één met uitstel wegens valsheid in geschrifte en bedrog met koopwaar. Vader en zoon Verkest tekenden beroep aan tegen dit vonnis. Eind 2011 verwierp het Hof van Cassatie dit beroep.
Dioxines zijn nu nog altijd aanwezig in ons dagelijkse milieu via onder andere verbrandingsovens, uitlaatgassen en sigarettenrook. Het zijn giftige stoffen die voor altijd in je lichaam blijven. Tijdens de dioxinecrisis stapelden de dioxines zich met een recordtempo op in ons lichaam. Hoeveel mensen daarna vervroegd kanker kregen of nog zullen krijgen door dit schandaal, is niet te traceren. Het enige wat we kunnen doen is hopen dat het Federaal Voedselagentschap (FAVV), dat na de crisis opgericht werd, zijn werk naar behoren uitvoert.