Kettingbotsing E17

Dinsdag 27 februari 1996 was een zwarte dag in de Belgische geschiedenis van de verkeersveiligheid. Die dag werd de balans opgemaakt van een kettingbotsing op de E17 op de as Gent-Kortrijk, tussen Deinze en Nazareth. Omstreeks tien uur botsten tweehonderd auto’s tegen elkaar door een plots opkomende mistbank op een voor de rest zonnige dag.

Een van de vrachtwagens haalde een te grote snelheid en nam zo talloze auto’s in een soort van schaarbeweging mee. Dit zette ongeveer dertig auto’s in vuur en vlam. Een van de ergste kettingbotsingen in Europa ging gepaard met vreselijke cijfers: 200 gebotste voertuigen, 56 zwaargewonden, 30 lichtgewonden en 10 doden zorgden voor anderhalve kilometer verkeersellende. Deze gigantische kettingbotsing werd met een dikke rode stift in de verkeersarchieven aangeduid als het grootste verkeersongeval van België.

De ramp wordt eind december jaarlijks herdacht op de ‘verkeersveilige nacht’. Een nacht die later ook de start van de bobcampagnes werd in Vlaanderen.

Op 6 december 2012 is het gedenkteken en kunstwerk ‘chaos kettingbotsing 1996’ op de brug over de E17 ter hoogte van Nazareth onthuld. Het kunstwerk stelt in de fluogele kleur van de verkeersveiligheid geen stille oproep voor, maar wel een harde en uitdagende schreeuw naar meer veiligheid op de weg. Op de nabijgelegen carpoolparking langs de N35 staat er een gedenkteken voor alle slachtoffers van verkeersongevallen. Het gaat om een bank en een gedenkplaat met tien ruitjes, ondersteund door een poëtische tekst geschreven door de familieleden van de slachtoffers.

In Europa vond er tot nog toe nog één ergere kettingbotsing plaats. De boosdoener was dezelfde: een muur van plots opkomende mist. In 1991 vielen er in Spanje zeventien doden en een vijftigtal gewonden tussen Bilbao en San Sebastian.