http://www.nooitmeerdezelfde.be/wp-content/uploads/2013/08/tijdlijn_RBP_opt.jpg
"Iedereen zei: ge zijt zot, dat kan niet!" Marcel Schoeters

Personage:

Marcel Schoeters was vakbondsafgevaardigde voor de sector, toen olieraffinaderij RBP in de Antwerpse haven dreigde te sluiten en honderden jobs op de helling stond. Elf maanden lang bezette hij samen met de arbeiders het bedrijf. Het was de langste en meest hardnekkige bezetting in België.

http://www.nooitmeerdezelfde.be/wp-content/uploads/2013/08/Nooit-meer-dezelfde_aflevering-2_RBP.jpg

De bezetting van RBP

In 1933 deed de Britse Lianosoff White Oil Company in de Antwerpse haven zijn deuren open. Olieraffinaderijen waren in die tijd booming business. Het bedrijfje kende tot aan de Tweede Wereldoorlog een grote productie en tewerkstelling. Na de oorlog nam de Raffinerie Belge des Pétroles (RBP) of Belgische Petroleum Raffinaderij (BPR) het Britse bedrijf over. Zo’n dertig jaar later schreef die- zelfde olieraffinaderij een stukje Belgische sociale en economische geschiedenis.

In de zomer van 1978 besloot directeur Armand Hammer van Occidental Petroleum, de toenmalige Amerikaanse eigenaar van RBP, de fabriek te sluiten. De oliecrisis van 1973 had de fabriek verlieslatend gemaakt en er was geen weg terug. Arabische olieproducenten draaiden de oliekraan naar het Westen dicht en verhoogden de olieprijs met zeventig procent. Omdat veel economische sectoren afhankelijk waren van olie, had de crisis onvermijdelijk haar weerslag op de nationale economieën van de getroffen landen.

Sinds de oliecrisis had RBP meer dan vijfentwintig miljoen euro verlies geleden. De situatie was niet langer houdbaar en de fabriek zou binnen de maand sluiten. Occidental voorzag twintig miljoen euro voor de afdanking van het personeel. De tweehonderdvijftig werknemers en het Algemeen Belgisch Vakverbond (ABVV) eisten echter dat RBP operatief bleef. De directie had geen oren naar de gestelde eisen en hield voet bij stuk. De onrusten laaiden op terwijl de vakbonden talloze vergaderingen belegden om een uitweg te vinden uit deze impasse. In september 1978 veranderden de woorden in daden. De arbeiders zetten samen met de vakbond de directie en bedienden buiten en bezetten het volledige bedrijf. In de naam van werkzekerheid. De actie kon rekenen op de steun van de hele petroleumsector, die uit solidariteit met de werknemers van RBP drie weken in staking ging.

De media berichtten dagelijks over de bezetting en de daarmee gepaarde betogingen. De regerende politici hadden een vette kluif aan de onderhandelingen. Staatssecretaris voor Begroting & Vlaamse Zaken Mark Eyskens, minister van Tewerkstelling & Arbeid Guy Spitaels, minister van Economische Zaken Willy Claes en later staatssecretaris voor Vlaamse Zaken Paul Akkermans zetten alles op alles tijdens de onderhandelingen.

Niets baatte: Occidental Petroleum zou het bedrijf sluiten en er werd geen overnemer gevonden die alle tweehonderdvijftig werknemers aan de slag kon houden. De bezetting duurde voort, de media-aandacht werd groter en groter. Binnen- en buitenland waren op de hoogte van de bezetting van RBP. De bezetting vroeg veel van de arbeiders, van de tweehonderdvijftig werknemers bleven er na verloop van tijd maar honderdvijftig meer over. Het leven tijdens de fabrieksbezetting was hard: drie weken bezetten en werken werd afgewisseld met een aantal dagen naar huis.

Het leek er almaar meer op dat de bezetters kamikazes waren die afstevenden op een actie zonder resultaat. Een tijdbom onder de Antwerpse haven. Tot het Amerikaanse staatsbedrijf Coastal State Gasoil in februari 1979 verscheen. Op het kabinet van Mark Eyskens kwamen de vakbond en de volledige delegatie van Coastal State Gasoil samen. Helaas zonder resultaat. Het Amerikaanse staatsbedrijf ging niet in op de eisen en vertrok terug naar de VS. Even leek het erop dat er een einde zou komen aan de bezetting die dan al zes maanden duurde.

Ondanks de opgelopen teleurstelling, gingen de bezetters nog vijf maanden verder. Tot Coastal State Gasoil in juni 1979 met een nieuw voorstel op de proppen kwam: alle bezetters konden blijven indien ze slaagden voor psychologische en vakkundige testen. Iedereen slaagde, honderd werknemers konden opnieuw aan de slag, elf mensen mochten op brugpensioen en nog eens achtendertig kregen een gouden handdruk.

Na elf maanden bezetting kon iedereen tevreden naar huis. De pers berichtte haast over niets anders dan over deze spectaculaire overwinning. De vakbond en de werknemers werden beloond voor hun moedige volharding. De staking van RBP werd een symbooldossier voor de hele arbeidersbeweging.