http://www.nooitmeerdezelfde.be/wp-content/uploads/2013/08/tijdlijn_KERNRAKETTEN_opt.jpg
"We wilden bidden, maar ook betogen." Zuster Anne-Mie Castelein

Personage:

Zuster Anne-Mie Castelein stapte mee in de grootste betoging in België ooit tegen de plaatsing van Amerikaanse atoomwapens. De brave zustertjes mengden zich in het politieke debat.

http://www.nooitmeerdezelfde.be/wp-content/uploads/2013/08/niet-kraanshot_KERNRAKETTEN_opt.jpg

Protest tegen kernraketten

Op 12 december 1979 nam de NAVO haar bekende dubbelbesluit dat de plaatsing goedkeurde van 572 Amerikaanse middellange-afstandsraketten (kruisraketten en Pershin II-raketten) in België, Groot-Brittannië, Italië, Nederland en West-Duitsland. Deze beslissing kwam er als reactie op de stationering van verschillende SS-raketten door de Sovjet-Unie. De antinucleaire beweging zette de rakettenstrijd en het protest tegen de nucleaire wapenwedloop een paar dagen voor de goedkeuring van het besluit in. Op 9 december 1979 verzamelden 50.000 manifestanten uit verschillende landen in Brussel voor een vredesoptocht tegen de plaatsing van kernraketten. Een indrukwekkend aantal gezien de vredesbewegingen de antirakettenpolemiek de laatste jaren wat meer voor bekeken hadden gehouden. De initiatiefnemers van de optocht, mensen uit Belgische, Nederlandse en West-Duitse vredesorganisaties, zetten de betoging in nauwelijks zevenentwintig dagen op poten en vonden in die korte tijd opvallend veel gelijkgezinden. De optochten maakten op politiek vlak blijkbaar weinig indruk; de rakettenonderhandelingen bleven standhouden. Voor België betekende dit concreet dat er achtenveertig raketten gestationeerd zouden worden op de vliegbasis van Florenne. Tijd voor een nieuwe demonstratie tijdens het weekend van 24 en 25 oktober 1981. Wereldwijd vonden in dat weekend massale demonstraties plaats. Die zondag werd uitgeroepen tot ‘World Disarmament Day’. De optocht in Brussel was met om en bij 200.000 manifestanten een duidelijk signaal voor de toenmalige regering. Maar die liet het niet aan haar hart komen.

In 1983 stelden de Verenigde Staten de Sovjet-Unie voor een ultimatum: de Russen moesten hun op het Westen gerichte raketten weghalen of anders zou de NAVO de geplande raketten in Europa plaatsen. Ronald Reagan meende wat hij zei. De publieke opinie reageerde geschokt. Er heerste angst voor een nieuwe wapenwedloop omdat Washington zou beslissen wat er in Europa zou gebeuren. Dit konden de vredesbewegingen niet zomaar laten gebeuren. Op 23 oktober 1983 organiseerden ze de grootste demonstratie in de Belgische geschiedenis. Met 400.000 demonstranten overklaste deze antirakettenbetoging alle voorgaande. De demonstranten waren zo talrijk opgekomen dat ze simultaan over drie verschillende trajecten betoogden. Elk traject vertrok vanuit een ander Brussels station. Urenlang werd de mensenzee gevoed. Trein na trein, bus na bus, auto na auto. ‘Weg die bommen! Werk verdomme!’ was een van vele slogans die de massa scandeerde. Nooit eerder en nooit meer daarna kwamen zoveel Vlamingen, Walen en talloze andere nationaliteiten in ons land samen om te betogen tegen de lopende gang van zaken.

De succesvolle optochten, de heftige debatten in Kamer en Senaat en het bezoek van toenmalig eerste minister Wilfried Martens aan het Witte Huis baatten niet. De eerste zestien kernraketten werden opgesteld in 1985, de bevolking was diep teleurgesteld. Het aantal betogers tijdens de latere vredesbetogingen in 1985 en 1987 was gehalveerd naar 200.000, het geloof in de zaak was ver te zoeken.

Van alle landen waar sprake was van de plaatsing van kernwapens, was Nederland het enige land waar het nooit gebeurde. Hun toenmalige kabinet-Lubbers kwam eind 1985 te laat om de kruisvluchtwapens te plaatsen. Het INF-verdrag (Intermediate-Range Nuclear Forces) van 8 december 1987 was hen voor. Daarin kwamen de regerende presidenten Reagan en Gorbatsjov overeen dat conventionele raketten en kruisraketten met een bereik van 500 tot 5500 kilometer vernietigd moesten worden.

Ondertussen zouden er in het Belgische Kleine Brogel nog altijd een aantal Amerikaanse kernraketten bewaard worden. De Belgische minister van Defensie, Pieter De Crem, praatte tijdens een werkbezoek zijn mond voorbij toen hij het over de ‘nucleaire capaciteit’ van ons land had. Tenzij hij daarmee doelde op het feit dat België dankzij de kennis van ‘Belgonucleaire’ en het ‘Studiecentrum voor kernenergie’ technologisch in staat is om in korte tijd kernwapens te ontwikkelen.