http://www.nooitmeerdezelfde.be/wp-content/uploads/2013/08/5b.jpg
"De Lottotrekking was een erezaak voor mij." Servais Grootjans

Personage:

Servais Grootjans stond als hoofd van de dienst ‘behandeling biljetten’ mee aan de wieg van de eerste Lottotrekking in België. Een huzarenstuk in die tijd.

http://www.nooitmeerdezelfde.be/wp-content/uploads/2013/08/Nooit-meer-dezelfde_aflevering-5_LOTTO.jpg

De eerste Lotto

In 1934 zag de Koloniale Loterij als voorloper van de Nationale Loterij het levenslicht. De loterij was een typisch Belgische oplossing voor een typisch Belgisch probleem: een begroting met tekorten. Er was geld nodig om de Belgische kolonies financieel te steunen en dus stelde minister van Koloniën Paul Tschoffen voor om een loterij te beginnen. De winst zou naar de kolonies gaan, bijpremies op de verkoop van coupures dienden om allerlei instellingen van openbaar nut te steunen.

In het begin was de verkoop een regelrechte ramp. Eén biljet kostte honderd Belgische franken. Heel wat als je bedenkt dat het gemiddelde loon van een arbeider toen zo’n negenhonderd Belgische frank per maand was. De verkoop vlotte niet en dus kwam het idee van de coupures er. Minder gegoede mensen konden een coupure kopen voor twintig frank, één vijfde van het totale bedrag. Daar werd een premie bij gerekend van één frank. Even later bleek dat twintig frank nog te duur was en gingen de coupures over de toonbank voor tien frank en de supplementaire frank door de bijpremie. Eens op dreef werd de Koloniale Loterij een succes. De succesformule hield evenwel geen jaren stand. Het bulletin met een vaste combinatie van cijfers kende in de jaren zestig zijn verzadigingspunt. Tijd voor iets anders: op 10 december 1962 werd de Nationale Loterij geboren onder de bevoegdheid van de toenmalige minister van Financiën. De loterij kreeg een geëigende en permanente structuur en de winst ging niet langer naar Congo maar wel naar ontwikkelingssamenwerking in het algemeen. Die supplementaire frank bleef naar openbare nutsinstellingen gaan.

De wekelijkse trekkingen waren een rondreizend volkstheater. De Loterij trok van stad tot stad met bekende artiesten. Het volk volgde de trekkingen in primetime na het nieuws op BRT. De eerste Vlaamse (omroep)ster Regine Clauwaert liet zich tijdens de trekkingen bijstaan door belangrijke mannen in uniformen van de Loterij. Een voor een toonden zijn de balletjes die uit de trommels rolden aan de camera. Op de eerste rij zat de altijd aanwezige en ondertussen legendarische gerechtsdeurwaarder Jo Van Backlé toe te kijken of alles correct verliep.

Stilaan kwamen er buitenlandse verkopers over de grens om in België hun Franse en Duitse lottobiljetten aan de man te brengen. Het was in die woelige jaren zeventig dat de Belgen voor het eerst massaal op reis trokken naar het buitenland en er kennis maakten met een meer eigentijdse variant van de Nationale Loterij: Lotto. Bij Lotto kon je zelf je cijfers kiezen en waren de winstbedragen aanzienlijk groter. De populariteit van de Belgische biljetten van de Nationale Loterij daalde aanzienlijk. Ondanks een aantal vernieuwingen bleef de populariteit en de winst recht evenredig dalen. Een Lotto organiseren zoals in het buitenland vond het parlement immorele geldklopperij bij het volk. De overstromingen in Ruisbroek in 1976 kwamen voor de Loterij als een geluk bij een ongeluk. Voortaan werd het zo wettelijk geregeld dat de Nationale Loterij ook een Lotto mocht organiseren om de slachtoffers van de watersnood te helpen met de winst. Naast de loterij met biljetten mocht nu ook een loterij met nummers bestaan waarvan de winst niet langer naar ontwikkelingshulp zou gaan. Voortaan besliste de overheid welke instellingen de centen zouden krijgen. De opstart van de Lotto had heel wat voeten in de aarde. Maar op 4 februari 1978 was het eindelijk zover: de eerste Lottotrekking!

De cijfers:

281.535 spelers zetten samen 18.563.252 Belgische frank of 460.171 euro in. Winnende nummers: 6, 17, 30, 31, 35 en 37 Reservegetal 15. Geen winnaars in rang 1 en rang 2

Over heel het land waren 700 valideringscentra geïnstalleerd in een precomputertijdperk. Een formulier was drieledig: het originele biljet, het dubbeltje en het carbon ertussen. Op vrijdag haalde een vervoermaatschappij de originelen op en bracht ze naar de hoofdzetel in Brussel. Op zaterdagochtend verwerkten honderden personeelsleden alle verkochte biljetten om ze daarna voor de gerechtsdeurwaarder op microfilm te zetten zodat de trekking tijdig kon beginnen. De populariteit van de Lotto steeg zienderogen. Vier trekkingen later was de inzet al verviervoudigd tot 2 miljoen euro of 80 miljoen Belgische frank. Na twee jaar was de omzet van de Nationale Loterij vertienvoudigd en de winst verdubbeld. Dankzij de Lotto groeide onze Belgische Nationale Loterij van een klein bedrijfje uit tot een grote onderneming.